Laura zat ineengedoken op het strand een brief te schrijven. Ze schreef naar het weeshuis. Toen ze eindelijk klaarwas en op stond voor de brie op de bus te doen, stond ze oog in oog met de leider van de bende die haar altijd aframmelde. Laura slaakte een gillletje en ontweek de eerste slag. De tweede kwam hard aan. Het bleef maar komen. Het regende nu slagen en stompen. Laura huilde niet, maar viel op de grond toen het mes in haar zij werd geduwd. De jongens stapten weg, en Laura bleef liggen, kreunend. Nu huilde ze wel.